Definities

Parametrisch

• wel normaalverdeling bij ratio/interval.
• Nauwkeurige manier rekenen.
• Voorwaarde om parametrisch toetsen:
  • in ieder geval ratio of interval.
  • Exacte getal.
• Normaal verdeelt als:
  • evenveel links als rechts van het gemiddelde.
• Normale verdeling als:
  • de bolling ook normaal er uit ziet.

Kurtosis (scheve verdeling in de hoogte)

• De platheid van de curve
• > 1 te steil, tussen 1 en -1 < -1 heel vlak is niet goed.
• Significantie
  • Kurtosis / Std. error Kurtosis
  • Wanneer is groter dan -1,96 < x < 1,96 dan is het significant

Skewness (scheve verdeling in de breedte)

• De helling van de curve
• ook > 1 en < -1.
• Significantie
  • Skewness / Std. error Skewness
  • Wanneer is groter dan 1,96 dan is het significant

Waarden tussen -1 en +1 duiden op een redelijk goede normaal verdeling en waarden kleiner dan -1 of groter dan +1 zijn indicatief voor niet normale verdelingen.

Nonparametrisch (verdelingsvrij):

• geen normaalverdeling bij ratio/ interval.
• Ordinaal en nominaal.
• Rangschikking.

Mode

die waarde in een reeks getallen die het vaakst voorkomt.

Mediaan

de waarde die in het midden ligt van een geordende verzameling waarden.

Gemiddelde

de doorsneewaarde die een serie getallen kenmerkt.

Standaard deviatie

De standaarddeviatie is een rekenkundige maat voor de spreiding van de getallen rondom het gemiddelde.

• Als er weinig spreiding is dan liggen de getallen allemaal dicht bij elkaar op een hoopje.
• Het nadeel van een variabele met weinig spreiding is dat het niet veel varieert en dat je ook weinig statistisch significante verschillen of verbanden zult vinden.

QQ-plot (Quantitile Quantitile plot)

--> Als het significante deel van de punten op de lijn liggen van je steekproef, dan kan je aannemen dat als je de steekproef vergroot met de zelfde groep, dat de conclusies ongeveer hetzelfde zullen zijn.

Normale Q-plot

• Alle punten liggen bijna allemaal netjes op de lijn
• Detrended (afwijkingen t.o.v. nul): alle punten staan door elkaar

Positieve Q-plot

• Onderste punten liggen onder de lijn, in het midden op of dichtbij en bovenaan onder de lijn
• Detrended: De punten staan in een v-vorm

Negatieve Q-plot

• Onderste punten liggen boven de lijn, in het midden op of dichtbij en bovenaan boven de lijn
• Detrended: De punten staan in een N-vorm

Boxplot

• Er zijn 4 quartielen van 25%
• Elke quartiel bevat 25% van je waarnemingen (cases)